keyboard_arrow_up

Brabantse schoenen

Nederland kende in het verleden een zeer bloeiende leerindustrie. Deze is na nagenoeg geheel verdwenen. Wat over is gebleven zijn de twee merken Van Bommel en Van Lier die nog steeds op hun eigen manier hard aan de weg timmeren.
 24 maart 2016 5 min. leestijd

Van Bommel

In 1734 waren zijn de broers Adrianus en Christianus Van Bommel in de omgeving van Breda bekend als meester-schoenmakers en in dit jaar vangt de officiële bedrijfsgeschiedenis aan. Johannes Petrus, kleinzoon van Adrianus trouwt in 1795 met Cornelia van Arendonk en vestigt zich in haar woonplaats Moergestel. Samen met zijn zoon Johannes Franciscus van Bommel sticht hij een schoenen- en laarzenmakerij.
Goodyear welted middenbruine leren veterschoen (foto: Floris van Bommel)
De Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) deed een vraag naar militair schoeisel ontstaan, waardoor het aantal schoenmakersbedrijven sterk toenam. Omstreeks 1880 waren er in Moergestel meer dan zestig schoenmakers, waaronder een tiental fabrikanten. Johannes Peter, De zoon van Johannes Franciscus, zet het bedrijf voort, maar stierf in 1887 op 51-jarige leeftijd. Zijn toen 45-jarige weduwe, Johanna van Dinter, zette het bedrijf voort samen met haar oudste zoon Franciscus Johannes (Janus). Aldus werd de naam Wed. J.P. van Bommel verbonden met het bedrijf.

In 1912 ging het bedrijf Van Bommel over op mechanische schoenfabricage, en wel volgens de Goodyear technologie. Door de mechanisatie ging ook de thuisarbeid ten onder. Bovendien ontstond er overproductie, wat drukkend werkte op het prijsniveau van de schoenen, terwijl er juist investeringen werden gedaan. De schoenenindustrie ondervond de gevolgen en raakte in een crisis. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstond er schaarste aan leer, terwijl de export stagneerde en die van 'mansschoenen' uiteindelijk verboden werd.

In 1928 kwam Janus' jongste zoon Johannes P.J. van Bommel (Jan) in het bedrijf. Hij werd bedrijfsleider en later hoofdvertegenwoordiger. Spoedig werd ook zijn bedrijf getroffen door de Grote Depressie. Nadat het bedrijf de crisis had overwonnen begon de Duitse bezetting. In mei 1941 werd het bedrijf verplicht om de productie te halveren en een half jaar later moest de productie zelfs worden stopgezet.

Na de oorlog werd de productie weer hervat en aanzienlijk uitgebreid. In 1951 brandde de fabriek tot op de grond toe af. Doordat de administratie gespaard werd kon de directie onmiddellijk weer aan het werk. Acht maanden na de brand werd ook de productie in de nieuwe fabriek hervat. In 1952 werd het predicaat Hofleverancier verleend aan het bedrijf.

In 1953 werd de firma omgezet in een Naamloze Vennootschap en werden Johannes P.J. van Bommel en J.P.M. van Bommel tot gevolmachtigde directeuren benoemd, daar Jan van Bommel spoedig zou overlijden. Na 1964 geraakte de bedrijfstak opnieuw in grote moeilijkheden. Het aantal schoenfabrieken in Nederland liep terug van 227 tot minder dan 160 in 1970. De productie verminderde aanzienlijk en in 1968 waren er zelfs zodanige productieachterstanden dat de afnemers geen schoenen konden nabestellen. In 1971 werd de Naamloze Vennootschap omgezet in een Besloten Vennootschap, terwijl in 1979 F.J. (Frans) van Bommel werd benoemd tot commercieel directeur. In datzelfde jaar vond een capaciteitsuitbreiding plaats door de bouw van een nieuwe stikkerij.

In het begin van de jaren 80 van de 20e eeuw werd de concurrentie van goedkoop schoeisel uit Zuidoost-Azië sterk voelbaar. Maar met de introductie van nieuwe modellen en het merk “Floris van Bommel” kon men de productie op peil houden en zelfs uitbreiden. In 2002 trad 9e generatie aan bestaande uit Reynier, Floris, en Pepijn van Bommel. Ze gingen direct voortvarend te werk want in hetzelfde jaar werd de enige nog overgebleven schoenfabriek in Moergestel overgenomen. In deze Brabantse fabriek worden nu de schoenen volgens de Goodyear methode gemaakt. De productie van de overige schoenen besteedt men uit aan partnerfabrieken in Spanje en Portugal. Het stikwerk voor het bovenwerk van de schoen vindt voor een deel plaats in India, zo stelt het bedrijf in haar verklaring over maatschappelijk verantwoorde ondernemen (MVO).

Goodyear

De Goodyear productiemethode is uitgevonden door de Amerikaanse Charles Goodyear jr., de zoon Charles Goodyear, uitvinder van gevulkaniseerd rubber. Bij de Goodyear methode wordt het bovenleer met een horizontaal stiksel (binnennaaisteek) bevestigd tussen de zoolrand en de brug. Hierna wordt verticaal door de zoolrand en de loopzool heen gestikt (aflapsteek). Dit ambachtelijke proces, waarbij in het begin van de twintigste eeuw gebruik werd gemaakt van voor die tijd zeer geavanceerde machines, levert de mooiste schoenen, die ook nog zeer duurzaam (en een beetje stijf) zijn. Inmiddels resteren er nog slechts enkele Goodyear schoenfabrieken in Europa. Goodyear machines zijn zeldzaam, en de prijzen ervan zijn ongekend hoog. Zowel Van Bommel als Van Lier beschikken nog over Goodyear productielijnen, die bestaan uit machines die vaak meer dan 50 jaar oud zijn.
Goodyear Kalfsleren veterschoen donker cognac met lasering (foto: Floris van Bommel)

Van Lier

Het van oorsprong familiebedrijf Van Lier, opgericht in 1815, staat bekend om zijn ambachtelijk, comfortabel schoeisel. De wortels van Van Lier liggen in het Brabantse Loon op Zand, aan de zogenaamde "Langstraat", het centrum van de toenmalige Nederlandse schoenindustrie. In 1815 begon de familie Van Lier zich toe te leggen op het vervaardigen van hoogwaardige herenschoenen. Deze schoenen, met de hand gemaakt uit lokaal natuurlijk gelooid leer, vonden al snel hun weg naar de gegoede Nederlandse man. De familie Van Lier bleef innoveren en had een open oog voor nieuwe ontwikkelingen in schoentechniek. Met de komst van de stoommachines, werd de productie deels geïndustrialiseerd.

De familie Van Lier reisde altijd graag en bezocht leerlooierijen in de gehele wereld. Bij de beste looierijen werd ingekocht, fijn kalfsleder bij Le Puy in Frankrijk, stoer en intensief bewerkt leder bij Horween in Chicago, sterk zoolleder in Engeland en modieus getamponeerd leder in Italië.
Van Lier heeft de relaties met die looierijen altijd gekoesterd, en krijgt daarom als historische afnemer steevast de beste kwaliteit ("triple A") van de looierijen. Een goede naam en faam is dan ook van groot belang om eeuwen lang met het beste leder en materialen te kunnen werken. In 1991 neemt Geert van Spaendonck de onderneming over en zet de traditie voort.

In 2008 wordt de fabriek in Sprang Capelle gesloten en daarmee stopt Van Lier met de productie van schoenen in Nederland. Van Lier besteedt de productie uit aan partnerfabrieken in Polen, Portugal, India, China en Bangladesh. Bij de uitbesteding controleert men sterk op alle niveaus van de Social Compliance-gedragscode van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), alsmede op gezondheids- en veiligheidsaspecten zo stelt Van Lier in haar verklaring over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO).

Maattabel

Frans 38 38,5 39 40 41 41,5 42 42,5 43 43,5 44 45 46 46,5 47 47,5 48
Engels 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 10,5 11 11,5 12 12,5 13
Voetlengte
(cm)
24 24,5 24,9 25,2 25,6 26,1 26,5 27 27,4 27,8 28,2 28,7 29,1 29,4 29,9 30,3 30,8
De breedte van de schoen is de verhouding van de breedte van uw voet t.o.v. de lengte van de voet. Wanneer uw voet breder is t.o.v. de lengte heeft u een bredere schoen nodig. Elke breedte maat staat voor een 5 mm wijdere pasvorm. De breedte maten lopen uiteen van G tot K.
  • G - Smal
  • G 1/2 - Normaal
  • H - Breed
  • I - X Breed
  • K - XX Breed
Dit artikel verscheen 13 jaar geleden voor het eerst en werd 8 jaar geleden voor het laatst inhoudelijk bijgewerkt. De laatste
aanpassingen
Bij aanpassingen moet gedacht worden aan het herstellen van taalfouten, kromme zinnen, feitelijke onjuistheden en verbroken hyperlinks.
werden 3 jaar geleden doorgevoerd. Mocht je onverhoopt een onvolkomenheid zien, neem dan contact met ons op door middel van onderstaande knop.
Mail de redactie