keyboard_arrow_up

Aston Martin Vanquish

 3 augustus 2011 3 min. leestijd
Buiten de drukte van Glasgow en Edinburgh is Schotland een paradijs van rust en eenzaamheid. Moet je je dan eens voorstellen wat er gebeurt als je - bijvoorbeeld in de uitgestorven Highlands - de sleutel omdraait van een Aston Martin Vanquish. De krachtige roffel van de V12 doet zelfs in dit uitgestorven gebied spontaan een oploopje ontstaan.

Dat is ook niet vreemd. Want bij dat helse geluid hoort een auto die er om de drommel niet ongevaarlijk uitziet. De neus die wel iets weg heeft van het smoelwerk van een aanvallende haai, z'n gespierde schouders (je moet dat rubber in de maat 285/40 ZR19 toch érgens kwijt) en zo een venijnig scherpe daklijn. De V12 Vanquish veroorzaakt kippenvel, daar in de anders zo rustige Highlands. De teleurstelling van de onhandige handgreep op de deur en de talloze herkenbare Jaguar-, Ford- en Volvo-onderdelen in het interieur duurt maar kort. Verfijnd Conolly-leer, hoogpolig Wilton-tapijt en massief aluminium in plaats van hout maken het op overweldigende manier weer goed. Motto van het Aston Martin van de 21e eeuw: traditie huwt modern.

Soundmachine
Met een druk op de rode startknop is het beest los. We schrikken ervan - wat een onbeschrijflijk geweldig geluid. Het zesliter aluminium motorblok gromt boos; je waant je aan de start van een Grand Prix. Onwillekeurig voel je de spanning. De adrenaline vliegt door je aderen. Wat voelt die V12 vet en veelbelovend aan. Het is jammer dat tunnels in Schotland zeldzaam blijken - het zou zo een mooie gelegenheid zijn om het motorgeluid door het open raampje versterkt naar binnen te laten dreunen. Gelukkig zijn de ontelbare eeuwenoude stenen muurtjes langs de binnenwegen een mooi alternatief. Bij het voluit accelereren heeft de elektronica van de traction control zijn handen vol aan de 460 pk die maar moeizaam in toom gehouden kunnen worden. Je wordt met stevige hand in de stoel gedrukt terwijl in minder dan tien seconden de naald van de snelheidsmeter richting 160 km/h vliegt. En dan is het nog niet klaar. Zonder de druk op de rugleuning noemenswaardig te verlagen, blijft het waanzinnige koppel van 542 newtonmeter de Vanquish lanceren tot - niet geprobeerd, maar we geloven het direct - meer dan 300 km/h.

Tussengas
Om te schakelen hoef je je knuisten niet van het stuur te halen. Aan het stuur zitten twee hendels waarmee je de zesbak bedient. Een systeem van Magneti Marelli dat niet onbekend is: Ferrari (en daar draait het allemaal om) gebruikt het ook. Rechts schakel je omhoog, links ga je een versnelling terug (de Vanquish geeft nog effe lekker tussengas). En allemaal in een kwart van een seconde. Wie niet in zo een overdreven sportieve bui is, kan hem ook helemaal automatisch laten schakelen. Het maakt de 1835 kg zware en 1,92 m brede Vanquish niet uit hoe bochtig de weg is. De besturing is zeer nauwkeurig en laat je heel duidelijk voelen hoe de weg erbij ligt - alles voel je in je vingers. Zo is het weggedrag heel berekenbaar en kom je niet gauw voor verrassingen te staan - als je je er tenminste van bewust blijft dat je 460 brullende pk's op de achterwielen hebt. Terwijl de adrenaline nog door de aderen raast, parkeren we de Aston Martin en draaien het sleuteltje terug. Het motorgeluid dreunt nog een tijdje door ons hoofd. De prijs van het moois trouwens ook... Het handgemaakte geheel van aluminium, koolstofvezel en luxe-artikelen als elektrisch verstelbare stoelen en automatische bandenspanningscontrole kost namelijk ruim zeven ton (ruim e 320.000). Een onvoorstelbare hoeveelheid geld - maar hij is het nog waard ook, beste mensen van Ferrari. De Vanquish is heer en meester in deze eliteklasse.

Autoweek
Brochure Aston Martin Vanquish S
Dit artikel verscheen 14 jaar geleden voor het eerst. Mocht je onverhoopt een onvolkomenheid zien, neem dan contact met ons op door middel van onderstaande knop.
Mail de redactie