Het recept
Het deeg
- 125 gram pure chocolade
- 125 gram koude roomboter
- 150 gram poedersuiker
- 6 grote eieren (op kamertemperatuur)
- 1 vanillestokje
- 100 gram suiker
- 150 gram bloem
- Bakpoeder
- De oven voorverwarmen naar 180ºC, bij voorkeur met boven- en onderwarmte
- De bodem van een springvorm met bakpapier bekleden en de randen goed invetten en met bloem bestuiven.
- De chocoladeGebruik hiervoor Callebaut 811 chocolade.au-bain-marie laten smelten en daarna iets laten afkoelen, onder voortdurend roeren.
- Doe de boter in een mixerGebruik een platte deeghaak.en klop de boter in ongeveer 1 minuut schuimig.
- Op de laagste stand de poedersuiker toevoegen. Als je dit niet doet zit het hele aanrecht onder de poedersuiker.
- Mix 2 minuten op de hoogste stand, tot de massa licht van kleur en schuimig is.
- Eén voor één de eidooiers toevoegen waarbij de eiwitten in een aparte kom worden opgevangen.
- Daarna de gesmolten chocolade en het merg van het vanillestokje toevoegen. Het merg verkrijg je door een inkeping in de lengterichting van het stokje te maken en vervolgens het merg eruit te schrapen.
- De eiwitten met de suiker in een aparte kom opkloppen totdat ze behoorlijk stijf zijn.
- Ongeveer ¼ van de eiwitmassa door de chocolademassa roeren.
- De bloem, aangevuld met een beetje bakpoeder,Bakpoeder bevat gelijke hoeveelheden dubbelkoolzure soda (natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO3)) en citroenzuur. Bij toevoeging van water aan het carbonaat en het zuur ontstaat onder andere koolzuurgas, dat voor het rijzen zorgt. Doordat er geen andere geur- en smaakstoffen gevormd worden, zoals bij gist wel het geval is, zal de smaak van de taart niet veranderen, afgezien van een hoeveelheid zout die in het deeg achterblijft. Als bakpoeder aan bloem wordt toegevoegd, krijg je zelfrijzend bakmeel.in twee porties boven de massa zeven en er door roeren.
- De rest van het eiwit voorzichtig door de massa spatelen.
- Het deeg gelijkmatig in de springvorm verdelen en daarna de springvorm een slag draaien zodat het beslag ook naar de randen vloeit.
- Gedurende 45 tot 50 minuten bakken in het midden van de oven.
- Na het bakken de taart even laten afkoelen, uit de springvorm halen en omkeren.
Het abrikozenglazuur
- 250 gram abrikozenjam
- 2 eetlepels bruine rum
- Leg de taart met de onderkant boven op een rooster of op een omgekeerd bord dat kleiner is dan de taart zelf.
- Snijd de taart halverwege door en haal het bovenste gedeelte van de taart.
- Breng de abrikozenjam met de bruine rum in een steelpannetje, onder voortdurend roeren, aan de kook.
- Laat de jam en rum twee tot drie minuten doorkoken, tot een gladde massa ontstaat.
- Haal het glazuur door een zeef.
- Smeer de glazuur op de binnenzijde van de taart.
- Ze de twee helften weer op elkaar en bedek de taart met de rest van het abrikozenglazuur.
- Laat het glazuur koud worden, zodat het gelijkmatig en stevig wordt.
Het chocoladeglazuur
- 300 gram suiker
- 125 ml water
- 175 gram pure chocolade
- In een pannetje de suiker, het water en de chocolade aan de kook brengen en voortdurend roeren.
- Daarna de hitte beperken en vijf minuten laten koken, wederom onder voortdurend roeren.
- Van het vuur halen en nog enkele minuten doorroeren totdat het mengsel enigszins stroperig wordt. Dit luistert heel nauw aangezien te hete glazuur van de taart afloopt waardoor de chocoladelaag te dun wordt. Te koude glazuur stolt daarentegen te snel en geeft een laag die onregelmatig over de taart vloeit.
- Giet het chocoladeglazuur gelijkmatig over de taart en zorg dat ook de randen helemaal bedekt zijn. Morsen mag. Bij het uitgieten de bodem van de pan niet leegschrapen.
- Plaats de taart op een serveerschaal laat deze minimaal één uur afkoelen in de koelkast om de chocolade te laten uitharden.
- Haal de taart een uur voor het serveren uit de koelkast en serveer de stukken met een lepel "Slagobers" welke gezoet is met vanillesuiker i.p.v. kristalsuiker.
Het hotel achter de taart
In 1876 opende Hotel Sacher in Wenen haar deuren. Lang daarvoor echter, in 1832 om precies te zijn, deed de inmiddels wereldberoemde Sacher Torte al zijn intrede. Het ontstaan van de taart is eigenlijk (zoals zo vaak) toeval. De toendertijd 16 jarige Franz Sacher werkte in 1832 als kok in opleiding aan het hof van de vorst Metternich toen hij op een dag de zieke chefkok van de vorst moest vervangen. Volgens de legende gaf de vorst Metternich hem het bevel om zijn verwende gasten nog diezelfde avond een bijzonder lekker dessert voor te schotelen. Franz ging aan de slag met de ingediënten die hij op dat moment tot zijn beschikking had. Hiermee maakte hij de eerste Sacher Torte. Zijn creatie viel direct erg in de smaak. Jaren later perfectioneerde Eduard Sacher, de zoon van Franz, de taart terwijl hij in dienst was bij de hofleverancier Dehne aan de Kohlmarkt in Wenen. Toen Eduard in 1876 zijn eigen restaurant en later hotel aan de achterzijde van de Opera in Wenen begon, zette hij direct zijn Sacher-Torte op de kaart.Vanaf dat moment waren er echter twee leveranciers die pretendeerden de orinele Sacher Torte te maken. Namelijk het Sacher hotel en de firma Demel. In 1857 had de familie Dehne namelijk haar zaak verkocht aan haar medewerker Christoph Demel die de naam van de onderneming veranderde in Demel.
In de jaren 60 van de vorige eeuw moest er uiteindelijk een rechtzaak aan te pas komen om vast te stellen wie de orignele Sacher Torte maakte. Uiteindelijk won het Sacher Hotel dit geding en mag vanaf dat moment het predicaat Orginal Sacher-Torte dragen. De rest mag best een Sachertorte bakken, maar het verschil zit 'm in het kleine verbindingsstreepje.