Ingrediënten
- 400 gram tarwebloem
- 12 gram bakpoeder
- 200 gram witte basterdsuiker
- 8 gram vanillesuiker
- 200 gram boter
- 1 ei
- snufje zout
- 15 gram custardpoeder
- 1,5 kilo appels (goudrenet of elstar)
- 60 gram rozijnen
- 75 gram kristalsuiker
- 3 theelepels kaneel
- Verwarm de oven voor op 170ºC (onder- en bovenwarmte).
- Wel de rozijnen in water.
- Klop het ei los en verdeel het in twee delen.
- Zeef de bloem en bakpoeder in een mengkom
- Voeg de boter, vanillesuiker, basterdsuiker, een snufje zout en de helft van het geklopte ei toe aan de bloem en kneed dit tot een stevig deeg.
- Deel het deeg in drie stukken.
- Schil de appels en snijdt deze in blokjes.
- Doe de stukjes appel, (uitgelekte) rozijnen, kristalsuiker en kaneel in een kom en meng alles door elkaar.
- Bedek de bodem van de springvorm (24 cm) met bakpapier en vet de rand in met boter
- bestuif de beboterde rand van de springvorm met bloem.
- Bekleed de bodem met een van de drie delen deeg.
- Bekleed de rand met het tweede deel van het deeg.
- Strooi de custardpoeder gelijkmatig over de bodem.
- Vul de taart met het mengsel van appel en kaneel.
- Maak van het laatste deel deeg stroken en leg deze kruislings over de taart.
- Strijk het deeg af met het overgebleven ei.
- Bak de taart 60 minuten in het midden van de oven.