Het deeg
- 200 gram bloem
- 300 gram boter
- 60 ml water
Leg de bal een nacht in de koelkast.
Deel het deeg in twee delen en rol beide uit. Het eerste deel is de bodem van de taart en het tweede deel dient als bedekking op de taart.
De vulling
- 450 gram vers ingevroren zure kersen
- 140 gram suiker
- 70 gram suiker
- 240 ml water
- 28 gr Maizena
- zout
Giet de kersen af in een vergiet en vang het sap op. Dit zou ongeveer 480 ml moeten zijn. Voeg vervolgens 240 ml water toe.
Neem 240 ml van het sap en roer met een garde de 28 gram Maizena hier doorheen totdat deze opgelost is.
Breng het overgebleven sap samen met 140 gr suiker en een mespuntje zout aan de kook. Voeg, wanneer de sap kookt, de Maizena-sap toe. Laat dit vijf minuten doorkoken. Wanneer de sap te lang doorkookt wordt het te stroperig.
Haal het sap van het vuur en roer de restende 70 gram suiker er doorheen tot de suiker opgelost is.
Voeg de kersen toe aan het sap en roer dit door met een lepel.
Laat de vulling afkoelen, maar roer de vulling regelmatig door om te voorkomen dat er schuim ontstaat.
Bedek de bodem en de randen met het deeg en vul de taart met het kersenmengsel.
Bedek de taart met het overige deeg zodat deze geheel bedekt wordt.
Bak de taart tussen de 35 en 40 minuten op 210 graden.