keyboard_arrow_up

Krakau, door de oorlog gespaard en geschonden

Kraków heeft de oorlogen die het meemaakte ongeschonden doorstaan omdat het amper gebombardeerd is. Dat neemt niet weg dat, met name de tweede wereldoorlog, diepe littekens heeft achtergelaten.
 31 juli 2015 4 min. leestijd
Krakau is na Warschau, de grootste stad van Polen. De stad ligt aan de rivier de Wisła in het zuiden van Polen. Tot 1609 was het de hoofdstad van Polen.
Krakau is een van de belangrijkste cultuursteden van Midden-Europa. Het wordt daarom ook wel het "Florence van Polen" genoemd. Het stadscentrum staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Krakau was culturele hoofdstad van Europa in 2000.

Rynek Glówny

De Grote Markt (Pools: Rynek Główny) is het centrale plein van Krakau en dateert van de 13e eeuw. Centraal op het plein staat de lakenhal, de Sukiennice die het plein in tweeën deelt. Op het ene deel wordt het plein gedomineerd door de Raadhuistoren, aan de andere zijde bevinden zich het 11e-eeuwse St. Wojciech kerkje en het standbeeld van de dichter Adam Mickiewicz. In een hoek van het plein staat de gotische Kerk van de Hemelvaart van de Heilige Maagd Maria, waar Paus Johannes Paulus II bisschop was, voordat hij tot paus verkozen werd.

Wawel

De Wawel is een heuvel aan de oever van de Wisła. Op die heuvel bevinden zich talrijke historische gebouwen zoals de kathedraal en het koninklijk paleis. Onder de heuvel bevindt zich de Drakengrot.
Tijdens de tweede wereldoorlog was het slot op de Wawel de residentie van Hans Frank, de gouverneur van het Generaal-gouvernement, waarmee het gedeelte van Polen aangeduid werd dat wel door nazi-Duitsland bezet was, maar niet door Duitsland was geannexeerd.

Kazimierz

Joden speelden vanaf het eind van de 13e eeuw een grote rol in de regionale economie van Krakau als gevolg van de vrijheid van godsdienst, handel en reizen die gewaarborgd werden door het Statuut van Kalisz, getekend door Boleslaw de Vrome. Aan het eind van de 15e eeuw werden de joden van Krakau verhuisd naar de wijk Bawół in Kazimierz. Rond die tijd werd de verdedigbare Oude Synagoge gebouwd in de Breedstraat (ulica Szeroka) in Kazimierz. Het joodse deel van Kazimierz besloeg een vijfde van de oppervlakte van Kazimierz maar bijna de helft van het aantal inwoners. In 1791 verloor Kazimierz echter zijn status als afzonderlijke stad en werd een wijk van Krakau. De rijkere joden ontvluchtten de overbevolkte straten van oost Kazimierz maar bleven in de buurt van de synagogen wonen waardoor het joodse karakter van Kazimierz nog lang behouden bleef. Rond 1930 had zich echter veel van het joodse intellectuele leven verplaatst naar Podgórze, aan de overkant van de rivier.

Podgórze

Op 6 september 1939 viel Duitsland de stad binnen en begon voor de joden de dwangarbeid. In november werd de armband met Jodenster verplicht gesteld. De synagogen werden gesloten en de relikwieën in beslag genomen. Vanaf mei 1940 werden massale deportaties uitgevoerd. Van de ruim 68.000 joden in de stad bleven er 15.000 over.
Op 3 maart 1940 werd het getto officieel opgericht in de wijk Podgórze. 15.000 Joden werden bijeen gepakt in een gebied waarin voorheen 3.000 mensen woonden in 30 straten met 320 gebouwen met in totaal 3.167 kamers. Het getto werd ommuurd en er kwamen vier bewaakte poorten. Delen van deze muur zijn bewaard gebleven. In het getto werd verzet gepleegd vanuit onder andere de apotheek Pod Orłem aan het plein van "de helden van het getto". De apotheek is tegenwoordig onderdeel van het Historisch Museum van Krakau.
Apteka Pod Orłem
Op 30 mei 1942 begonnen de systematische deportaties en op 13 en 14 maart 1943 werd het getto geliquideerd. 8.000 joden gingen naar het werkkamp Płaszów. De overgebleven 2.000 werden in het getto vermoord of naar Auschwitz gestuurd.
In de film Schindler's List bekijkt Oscar Schindler deze pogrom vanaf de middeleeuwse grafheuvel Kopiec Krakusa waar je een goed uitzicht hebt over de wijk en rest van de stad.
De fabriek van Oscar Schindler aan ul. Lipowa 4

Het werkkamp Płaszów

In december 1941 werd het werkkamp in gebruik genomen onder de leiding van de Weense SS-commandant Amon Göth. De gevangenen werden gebruikt als werkkrachten in wapenfabrieken en een steengroeve. In januari 1945 werden de laatste overlevenden gedwongen deel te nemen aan een dodenmars naar Auschwitz. Er is weinig overgebleven van het werkkamp. Het terrein is hier en daar begroeid met kleine struiken, waar de plaatselijke jeugd 's avonds bij elkaar komt om een vuurtje te stoken. Het enige wat over is gebleven is het huis van Amon Göth met een informatiebord en aan de andere kant van het terrein staat een groot monument uit de Sovjettijd. Een deel van Steven Spielberg film Schindler's List (1993) speelt zich af in Płaszów, hoewel de opnames voor de film gemaakt zijn in de nabij gelegen Liban steengroeve in plaats van op de plek van oorspronkelijke kamp. Van de filmset zijn alleen nog een paar wachttorens en de weg die gemaakt is van (imitatie) grafzerken.

Auschwitz

Op een kleine 70 kilometer en ruim een uur rijden van Krakau ligt concentratiekamp Auschwitz bij de gelijknamige stad die in het Pools Oświęcim genoemd wordt. (A) Auschwitz-Birkenau Museum (Auschwitz I). Het bezoekerscentrum is gesitueerd in het gebouw grenzend aan de parkeerplaats
(B) Auschwitz-Birkenau Museum (Auschwitz II-Birkenau)
(C) Treinstation
Dit artikel verscheen 19 jaar geleden voor het eerst en werd 10 jaar geleden voor het laatst inhoudelijk bijgewerkt. De laatste
aanpassingen
Bij aanpassingen moet gedacht worden aan het herstellen van taalfouten, kromme zinnen, feitelijke onjuistheden en verbroken hyperlinks.
werden 11 maanden geleden doorgevoerd. Mocht je onverhoopt een onvolkomenheid zien, neem dan contact met ons op door middel van onderstaande knop.
Mail de redactie