Dagje sfeerproeven in Parijs

De reis

De snelste manier om van het zuid-oosten van Brabant in Parijs te komen is nog steeds met de auto. Voor de Thalys moet je naar Amsterdam of Brussel en alleen daar komen kost al ettelijke uren. Daarbij komt dat je met de auto altijd kunt vertrekken en je nergens rekening mee hoeft te houden. Met de auto is gewoon het snelste. Maar dan ben je toch nog ruim vier uur onderweg. Dat lijkt lang en dat is het ook, maar wanneer je vroeg vertrekt kun je rond tien uur in Parijs zijn.
De reis loopt via Antwerpen naar Gent. Hier heb je de keuze om de borden te volgen en om Lille heen te rijden, iets dat best wat extra kilometers betekent. Hiermee omzeil je wel de drukte van Lille, maar wanneer je op een zaterdag gaat, dan valt deze drukte erg mee en is het aan de raden de borden te negeren en door te rijden naar Lille. Dat neem je de A1 naar Parijs. In Parijs aangekomen volg je de borden Saint Dennis en vervolgens La Défense, het zakelijke hart van Parijs. In de weekenden is het daar uitgestorven en kun je makkelijk parkeren. Vanuit hier stap je direct op de Metro en begint het dagje Parijs.

Cimetière du Père-Lachaise

In één dag heel Parijs bekijken is een onmogelijke opgave. Vandaar dat we gekozen hebben voor twee bezienswaardigheden en twee culinaire hoogtepunten. De eerste bezienswaardigheid is kerkhof Père-Lachaise. Een rustige haven in de hectische stad. Hier vonden heel veel (beroemde) Parijzenaars hun laatste rustplaats. Onder hen bevinden zich onder andere Édith Piaf, Gilbert Bécaud, Maria Callas, Marcel Proust, Frédéric Chopin, maar ook de Nederlandse schilder Karel Appel. Misschien wel het meest bezochte graf op Père-Lachaise is het graf van Jim Morrisson die op 3 juli 1971 op 27-jarige leeftijd in zijn woning aan de Rue Beautreillis (17) overleed. Het eenvoudige graf ligt een beetje verstopt tussen andere graven. Tegenwoordig is het graf afgezet met dranghekken en wordt het graf bewaakt om te enthousiaste fans op afstand te houden.

L’Eclair de genie

De Franse gastronomie bereikt haar hoogtepunt in Parijs. Hier zijn veel van de beste koks, maar ook patissiers te vinden. Weinig zaken hebben zich echter geheel gespecialiseerd in één soort gebak. Christophe Adam heeft dat wel gedaan en maakt hoofdzakelijk éclairs. In zijn winkel L'Eclair de genie aan de 15 rue Pavée kun je kiezen uit een grote diversiteit aan deze langwerpige geglazuurde soezen met zachte vulling. De naam van winkel betekent "geniale ingeving" en dat is niet overdreven.

Gérard Mulot

Aan de overkant van de Seine vinden we andere beroemde patissiers zoals bijvoorbeeld Pierre Hermé. Aangezien de rijen voor deze winkel vaak heel erg lang zijn, kun je beter kiezen voor de winkel van Gérard Mulot aan 72 rue de Seine. Bij deze bekende patissier kun je terecht voor de lekkerste macarons, maar ook voor ander gebak zoals bijvoorbeeld Tarte Tartin. Eigenlijk kun je hier terecht voor al je eten van stokbrood voor het ontbijt, gebak voor in de middag en hartige gerechten voor in de avond.
Wanneer je tot een keuze bent gekomen kun je de gekochte lekkernijen oppeuzelen op een bankje in het nabij gelegen Jardin du Luxembourg.

La Tour Eiffel

Na de "lunch" is het lekker om een stukje te gaan lopen. Nu is het best wel een heel stuk lopen naar de Eiffeltoren, maar je beleeft Parijs nu eenmaal beter boven de grond dan in de Metro. De wandeling is niet de meest toeristische route, maar laat wel het "gewone" Parijs zien zoals het rustieke Jardin Catherine-Labouré; een parkje met speeltuin dat door nonnen is aangelegd en wordt bijgehouden. Als je verder loopt zie je rechts de achterkant van de Hôtel des Invalides en kom je via het grasveld Champ de Mars bij de Eiffeltoren. Deze bekendste bezienswaardigheid van Parijs blijft indrukwekkend om te zien. Wanneer je uren in de rij wilt staan, kun je met de trap of lift naar boven, maar echt veel toegevoegde waarde heeft het niet. Na het bezoek aan de Eiffeltoren is het dagje Parijs al weer bijna ten einde. Achter de Eiffeltoren ligt nog het Palais de Chaillot (door de Parijzenaars ook wel Trocadéro genoemd). Dit gebouw deed in het verleden dienst als hoofdkwartier van de NAVO, maar nu zijn er verschillende musea en een theater gevestigd. Via de trappen van het Trocadéro kom je bij het gelijknamige metrostation die je weer terug brengt naar de auto bij La Défense. De eindigt het dagje sfeer proeven en rest alleen nog de reis naar huis. Mail de redactie